15.12.2022

De CNCD/11.11.11 herhaalt haar aanbeveling aan de Belgische regering om 0,7% van haar bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp.

Het verslag begint met een analyse van de internationale context van toenemende ongelijkheid, de voedselcrisis, toenemende armoede en schuldenlast als gevolg van de Covid-19-pandemie en de oorlog in Oekraïne.
Zij constateert dat de internationale officiële ontwikkelingshulp (ODA) tekort is geschoten: de recorddonaties die in 2021 zijn bereikt, zijn voornamelijk donaties van Covid-vaccins.

Het bedrag van de Belgische steun is in nominale termen gestegen (van 2 033 miljoen euro naar 2 186 miljoen euro), voornamelijk als gevolg van de stijging van de kosten voor de opvang van asielzoekers in België, maar is in relatieve termen gedaald (van 0,47% naar 0,46% van het BNI) tussen 2020 en 2021. Aangezien deze bedragen in België en niet in het Zuiden worden besteed, mogen zij niet als ontwikkelingshulp worden beschouwd.

De Belgische ontwikkelingshulp is afgenomen, grotendeels als gevolg van de terugkeer naar een hoger BNI. België verwijdert zich dus van zijn internationale doelstelling van 0,7% en behoort tot de slechtst presterende landen in Europa.
Daarom is het belangrijk dat België zijn officiële ontwikkelingshulp (ODA) vanaf 2023 verhoogt om tegen 2030 een stijgend traject te bereiken.

Er werd ook nagedacht over de kwaliteit van de Belgische samenwerking op basis van een studie over de Belgische investeringsmaatschappij BIO, een evaluatie van de klimaatfinanciering van de federale regering en een evaluatie van de landenstrategieën van de bilaterale samenwerking.
Uit deze reflectie bleek dat de dialoog met een bepaald partnerland moet worden geformaliseerd om de Belgische samenwerking beter af te stemmen op de behoeften van zijn partners.

De interministeriële conferentie en het actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling (PCD-agenda) zijn nog steeds niet afgerond, ondanks de toezeggingen in het regeringsakkoord.
In het verslag wordt ook gewezen op beleidsinconsistenties die in strijd zijn met de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, zoals de vier Belgische, Europese en internationale initiatieven:

1.    De voorgestelde Europese richtlijn inzake zorgvuldigheidseisen

2.   De overeenkomst van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) inzake de belasting van multinationals.

3.    Het voorgestelde mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grenzen van de EU.

4.    De ambivalente positie van België in het kader van COP26.

PCD kan alleen werkelijkheid worden als de regering er een prioriteit van maakt.
Om de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te bereiken, beveelt het CNCD ten slotte een internationale en billijke strategie voor ecologische transitie aan.

De rijkste landen en de grootste uitstoters van broeikasgassen moeten hun internationale klimaatverplichtingen nakomen om met duidelijke en begrote maatregelen klimaatneutraliteit te bereiken.